Op woensdag 25 september 2019 bracht het Adviescollege Stikstofproblematiek, of te wel de commissie Remkes haar eerste advies over de stikstofproblematiek uit. Sinds de PAS-uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 liggen vergunningsaanvragen voor bijvoorbeeld bouwprojecten of voor het uitbreiden van bedrijfsmatige activiteiten in de agrarische sector, zo goed als stil.
De belangrijkste vraag voor de commissie Remkes was onder welke voorwaarden op korte termijn toestemming kan worden verleend aan activiteiten of projecten die stikstofuitstoot veroorzaken.
Te hoge verwachtingen rondom vergunningentrajecten, niet alles kan
De verwachtingen van de tussenrapportage Remkes waren hoog gespannen. Ondernemers hoopten dat met het advies Remkes de problemen rondom de vergunningentrajecten zouden worden opgelost. Echter, die verwachtingen blijken te hoog gespannen te zijn geweest. Met de titel van het advies “Niet alles kan” wordt de toon gezet. In deze bijdrage de highlights van het advies in het kort besproken.
Minder stikstof en natuurherstel op korte termijn
Volgens de commissie moet er heel snel worden gewerkt aan het herstellen en verbeteren van kwetsbare Natura 2000-gebieden. Om dat te bewerkstelligen, moet er een gebiedsgerichte aanpak komen, wat betekent dat er per natuurgebied moet worden gekeken welke oplossingen het meest effectief zijn. Zonder reductie van stikstofuitstoot en deposities zal het niet mogelijk zijn om het vergunningentraject weer vlot te trekken. Elke stikstofveroorzakende sector zal hiervoor een bijdrage moeten leveren.
Maatregelen veehouderij
Voor de veehouderij wordt geadviseerd om tot een stikstofreductie te komen via een gerichte verwerving en sanering van agrarische bedrijven die een relatief hoge stikstofemissie hebben of met verouderde stalsystemen werken. Kortom, boeren moeten worden uitgekocht. Ook adviseert de commissie om snel gebruik te maken van nieuwe technieken die stikstof kunnen reduceren.
Maatregelen mobiliteit
Op de snelwegen zal minder hard mogen worden gereden. Autorijden produceert stikstofoxide doordat in de verbrandingsmotor van de auto op hoge temperatuur stikstof wordt verbrand. Nu zal natuurlijk ook bij langzamer rijden stikstof worden geproduceerd. Een lagere snelheid leidt ook nog eens tot langere reistijden, dus waar ligt de winst? Volgens de commissie is er bij een lagere snelheid sprake van minder files. Files zijn binnen de sector mobiliteit de grootste oorzaak van een te hoge stikstofemissie.
Maatregelen industrie: geen biomassacentrales
De emissies uit de industrie maakt ongeveer 1,6% van de totale stikstofemissie- en depositie uit. Dat is niet veel maar alle beetjes helpen, zo interpreteer ik het advies. Ten aanzien van de sector industrie is de commissie dan ook van mening dat de provincies op korte termijn in beeld moeten brengen in hoeverre deze sector een negatieve bijdrage aan de stikstofproblematiek levert.
Het Adviescollege gaat in haar advies nader in op de biomassacentrales die in de laatste jaren sterk zijn gesubsidieerd. In het advies staat dat het stoppen met bijstook van biomassa in grote centrales weliswaar nauwelijks een bijdrage levert aan de vermindering van stikstofemissies- en deposities, echter, dat het wel een duidelijke bijdrage levert aan vermindering van stikstofoxide in de energieopwekking en een vermindering van CO2-uitstoot. De commissie Remkes vraagt dan ook aandacht voor een heroverweging van het nut van subsidies die momenteel worden verstrekt voor het bijstoken van biomassa in energiecentrales. Dat gemeentes al terugtrekkende bewegingen maken wat betreft het toestaan van biomassacentrales, blijkt in Waddinxveen en Pijnacker-Nootdorp.
Maatregelen bouwsector
Niet alleen de industrie maar ook de bouw levert een geringe bijdrage aan de stikstofproblematiek. De koplopers blijven toch echt de landbouw en hetgeen uit het buitenland overwaait. Desalniettemin is de commissie van mening dat ook de bouwsector maatregelen kan treffen om stikstofemissie te verminderen. Zo zou in de bouw winst kunnen worden behaald door modulair, energieneutraal, circulair en natuurinclusief te bouwen en door beter gebruik te maken van innovatieve technieken en materialen. Dat geldt ook voor bedrijven die aanleg-, beheer- en onderhoudswerkzaamheden uitvoering in Natura 2000-gebieden.
Salderen en ADC-toets
De commissie staat zeker niet negatief tegenover intern en extern salderen. Gewaarschuwd wordt voor te hooggespannen verwachting met betrekking tot de ADC-toets. Voor een korte uitleg over de ADC-toets verwijs ik nogmaals naar mijn eerdere blog. Niet alle vastgelopen projecten zullen aan de ADC-toets kunnen voldoen. Voor zover kan worden aangetoond dat er geen alternatief bestaat en er ook dwingende redenen zijn om een bepaald project toe te staan, zal de ADC-toets naar verwachting sneuvelen op de vereiste van compensatie. Ten eerste zal voorafgaand aan de uitvoering van de activiteit of project de desbetreffende compensatie moeten zijn gerealiseerd. Dat betekent dat een ondernemer moet wachten voordat de positieve effecten van de compensatiemaatregelen zichtbaar worden. Ten tweede zal het zeer waarschijnlijk lastig worden te compenseren aangezien de ruimte voor compensatie in Nederland schaars is.
Politiek aan zet
“Gezien de grote maatschappelijk urgentie, roept het Adviescollege de politiek op om voortvarend keuzes te maken, besluiten te nemen en deze tot uitvoering te brengen.” Het is volgens de commissie taak van met name de Rijksoverheid en provincies om een duidelijke wet- en regelgeving en beleid te ontwikkelen en financiële middelen ter beschikking te stellen om de stikstofproblematiek op te lossen.
Blik naar de toekomst: 2e advies zomer 2020 en in de tussentijd?
Het advies stelt menigeen teleur door niet met een oplossing te komen voor het stikstofprobleem. Dit had de commissie echter ook niet kunnen doen. Feit is dat Nederland gehoor moet geven aan Europese instandhoudingsnormen en binnen dat kader moet de commissie dan ook adviseren.
Voor de zomer 2020 brengt het Adviescollege een tweede advies uit voor maatregelen voor op langere termijn. In de tussentijd is het niet per se nodig dat vergunningentrajecten stilliggen. Voordat het PAS werd ingevoerd, werden er immers ook vergunningen verleend. Natuurlijk is het wel zo dat een vergunningaanvraag kritisch op milieuaspecten, zoals stikstofemissies zal worden beoordeeld. Het is dan ook zaak om voorafgaand aan het indienen juridische advies in te winnen en om een milieudeskundige in te schakelen die ondersteuning biedt bij het onderbouwen van de aanvraag op milieuaspecten.
Buitenland: hoe gaan andere landen om met stikstof?
Volgens het advies van de commissie Remkes komt een deel van het stikstof letterlijk overgewaaid uit het buitenland. Maar liefst 32,3% van de stikstofdepositie is aan het buitenland te wijten. Andere Europese landen, zoals Duitsland en België lijken soepeler om te gaan met de bescherming van natuur tegen de vervuiling van stikstof. De berekening van stikstofemissies- en depositie die in het buitenland wordt gehanteerd, wijkt af van de Nederlandse. Ik pleit dan ook voor overleg op Europees niveau om tot een duurzame oplossing van de stikstofproblematiek te komen.
Wie betaalt de rekening? Overheidsaansprakelijkheid?
Gisteren is door de boeren geprotesteerd op het Malieveld hier in Den Haag. Dat is begrijpelijk want in de stikstofdiscussie wordt toch met name naar de agrarische sector gewezen als de grote boosdoener. Zoals ik eerder al in mijn blog schreef, moet voorkomen worden dat de boeren en andere ondernemers de dupe worden van de regels die de overheid heeft ingevoerd, terwijl gelet op een negatief advies van de Raad van State en diverse andere kritische geluiden te voorzien was dat het PAS niet goed in elkaar zat. Vooralsnog is het wachten op concrete stappen die door de overheid worden gezet om ondernemers schadeloos te stellen. Mochten deze maatregelen uitblijven, zouden gedupeerde ondernemers overheden maar ook adviseurs en geldverstrekkers onder bepaalde omstandigheden aansprakelijk kunnen stellen.