Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure (Wagevoe)

Op 16 mei 2024 gaf de Tweede Kamer groen licht en op 4 juni 2024 volgde de Eerste Kamer: het Wagevoe-voorstel is nu officieel wet. Deze nieuwe wet brengt een aantal veranderingen in de geschillenregeling en maakt duidelijker welke eisen er gelden voor aandeelhouders en certificaathouders van beursvennootschappen die een enquêteprocedure willen starten. Zoals de naam al doet vermoeden, zorgt het Wagevoe-voorstel voor meer duidelijkheid op dit gebied.

De geschillenregeling

De geschillenregeling ziet op de mogelijkheid voor de rechter om uitspraak te doen over verschillende geschillen tussen aandeelhouders. Op basis van de geschillenregeling kan worden gevorderd dat:

  1. de aandeelhouder zijn aandelen moet overdragen aan de medeaandeelhouders (uitstotingsprocedure);
  2. het stemrecht op de aandelen wordt overgedragen voor het geval het stemrecht berust bij een vruchtgebruiker of pandhouder van aandelen;
  3. de aandelen van een bepaalde aandeelhouder moeten worden overgenomen door de medeaandeelhouders (uittredingsprocedure);
  4. de rechter een koopprijs voor de aandelen vaststelt in gevallen waarin overeenstemming bestaat over de uittreding van een aandeelhouder.

Van deze vier procedures komen de uitstotings- en uittredingsprocedure het vaakst voor.

Veranderingen geschillenregeling

De genoemde procedures kennen onder het huidige recht niet dezelfde procedurele voorschriften. De procedures onder 1. t/m 3. beginnen met een dagvaarding, terwijl de procedure onder 4. dient te worden gestart met een verzoekschrift. Met de Wagevoe wordt de geschillenregeling in de eerste plaats gewijzigd door alle procedures te laten aanvangen met een verzoekschrift. Bovendien worden vanaf de inwerkingtreding van de Wagevoe, de hiervoor beschreven procedures in één feitelijke instantie gevoerd bij de Ondernemingskamer. Onder het huidige recht worden de procedures in eerste aanleg behandeld bij de rechtbank, en staat tegen de beslissing van de rechtbank hoger beroep open bij de Ondernemingskamer. Door de Ondernemingskamer aan te stellen als eerste feitelijke instantie en het samenbrengen van de formele vereisten voor het starten van een procedure onder de geschillenregeling, wordt de geschillenregeling versneld en daarmee de effectiviteit verbeterd.

Bovendien voorziet de Wagevoe in een verruiming van de norm voor uitstoting. Onder het huidige recht kan uitstoting enkel worden gevorderd op basis van gedragingen van de aandeelhouder, die zijn gedaan in de hoedanigheid van aandeelhouder, waardoor het belang van de vennootschap zodanig wordt geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld. Onder de Wagevoe wordt de norm voor uitstoting verruimd, in die zin dat het niet meer hoeft te gaan om gedragingen gedaan ‘in de hoedanigheid van aandeelhouder’. Dit betekent dat in het geval een aandeelhouder ook bestuurder is, de gedraging als bestuurder ook reden kunnen zijn voor het toewijzen van de vordering in de uitstotingsprocedure.

Verder wordt onder de Wagevoe het toepassingsbereik van de geschillenregeling uitgebreid. Na inwerkingtreding van de Wagevoe kan de geschillenregeling worden toegepast bij de B.V.’s en N.V.’s die niet beursgenoteerd zijn. Ook wordt het toepassingsbereik van de geschillenregeling verruimd doordat certificaathouders, anders dan onder het huidige recht, onder de Wagevoe de mogelijkheid krijgen een verzoek tot uittreding of vriendelijke uittreding in te dienen. Bij een vriendelijke uittreding zijn de partijen het eens over het feit dat een certificaathouder/aandeelhouder moet uittreden; enkel voor het bepalen van de prijs van de certificaten/aandelen is de rechter nodig. De certificaathouders zijn onder de Wagevoe overigens enkel bevoegd een geschillenprocedure te starten, wanneer het gaat om houders van certificaten die zijn uitgegeven met medewerking van de N.V. (zogeheten bewilligde certificaten) en houders van aandelen met een vergaderrecht bij de B.V.

Tot slot wordt het met de inwerkingtreding van de Wagevoe mogelijk om bij de Ondernemingskamer samenhangende vorderingen in te stellen bij de vordering tot uitstoting of uittreding. Het gaat hierbij om vorderingen die normaliter niet zouden worden ingesteld bij de Ondernemingskamer, en het is dan ook aan de Ondernemingskamer om te beoordelen of de samenhangende vordering inderdaad kan worden meegenomen in de behandeling van de uitstotings- of uittredingsprocedure.

De enquêteprocedure

Wat betreft de enquêteprocedure worden de ontvankelijkheidseisen voor beursvennootschappen aangepast. Onder het huidige recht zijn aandeelhouders in een beursvennootschap met een geplaatst kapitaal van meer dan €22,5 miljoen enquêtebevoegd indien zij meer dan 1% van het geplaatste kapitaal in bezit hebben of aandelen (certificaten hieronder begrepen) houden met een beurswaarde van meer dan €20 miljoen. Bij beursvennootschappen met een geplaatst kapitaal van minder dan €22,5 miljoen geldt dat de aandeelhouders enquêtebevoegd zijn wanneer zij meer dan 1% van de aandelen van het geplaatste kapitaal houden of aandelen (certificaten hieronder begrepen) met een nominale waarde van meer dan €225.000. Door de gehanteerde drempelwaarde onder het huidige recht is in de praktijk gebleken dat negatieve effecten optreden. Met de inwerkingtreding van de Wagevoe zal voor beursvennootschappen met een geplaatst kapitaal van minder dan €22,5 miljoen gelden dat aandeelhouders die ofwel 1% van het geplaatst kapitaal in bezit hebben, dan wel aandelen met een waarde van €20 miljoen of meer de mogelijkheid hebben een enquêteprocedure te starten.

De wet zal naar verwachting op 1 januari 2025 inwerkingtreden.

Vragen?
Neem contact op met Milan (M.) Karel
Wagevoe
Delen: