Uw concurrent kopieert uw website? Auteursrechtinbreuk?
Het is vrij eenvoudig een complete website van een ander te kopiëren. De html-code, teksten en afbeeldingen zijn doorgaans handmatig op te slaan. Er zijn ook programma’s te downloaden die het kopieerproces vergemakkelijken.
Met enige regelmaat krijgen de advocaten van de sectie ICT-recht de vraag voorgelegd of sprake is van het ongeoorloofd kopiëren van een website door – meestal – een concurrent. De reden van dit kopieergedrag is meestal dat er op eenvoudige en goedkope wijze geprofiteerd kan worden van de creatieve inspanningen die ten grondslag liggen aan de oorspronkelijke website. Maar, goedkoop is soms duurkoop. Als sprake is van auteursrechtinbreuk zal de inbreukmaker hier een forse prijs voor moeten betalen.
Recentelijk moest de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel oordelen over een zaak waarin de eisende partij vond dat gedaagde met haar website inbreuk maakte op haar auteursrechten. Het vonnis bewijst dat het allerminst eenvoudig is om aan te tonen dat sprake is van inbreuk op auteursrechten op een website. Hoe zit dit precies?
Een website als ‘werk’ in de zin van de Auteurswet
Bescherming door het auteursrecht komt toe aan creatieve uitingen als zij een ‘werk’ in de zin van de artikelen 1 en 10 van de Auteurswet zijn. In zijn algemeenheid geldt dat een werk een bepaalde mate van originaliteit moet hebben. Erg hoge eisen worden niet aan de originaliteit gesteld.
Websites kunnen uiteraard origineel zijn. Sterker, dat zijn zij in de regel vrij snel omdat een website uit diverse elementen ,zoals teksten, video's en afbeeldingen, bestaat die ieder op zich al snel voldoende origineel is. Het geheel, maar ook ieder element op zich, zal dan dus bescherming door het auteursrecht genieten. Maar dat is niet altijd het geval.
Geen auteursrecht op veelgebruikte elementen van de website
In de zaak voor de rechtbank Overijssel werd door de rechter allereerst getoetst of sprake is van een website waarop auteursrechten rusten.
De rechter overweegt dat iedere auteur bij het scheppen van een werk gebruik maakt van reeds bestaande elementen en dat de website van eiser daarop geen uitzondering vormt. Zo was tijdens de zitting gebleken dat eiser bij de lay-out van haar website elementen heeft gebruikt die ook aangetroffen worden op websites van andere soortgelijke ondernemingen. Reeds bestaand materiaal dat een auteur in zijn werk heeft verwerkt, de zogenaamde objectieve elementen in een werk, is auteursrechtelijk dan ook niet beschermd, zo overweegt de voorzieningenrechter terecht. In dit geval ging het onder andere om een foto-slider, en die functionaliteit wordt op veel websites veelvuldig gebruikt. Kortom, dit is geen unieke functionaliteit en als zodanig niet door het auteursrecht beschermd. De foto’s in de foto-slider kunnen dat natuurlijk wel zijn, maar daar ging het nu niet om.
Hoewel de eiser in deze procedure de rechter uitvoerig wees op de overeenkomsten tussen beide websites, was dat dus niet voldoende. Dat twee websites op elkaar lijken betekent dus nog niet dat sprake is van auteursrechtinbreuk. Daarvoor is immers eerst vereist dat de website van eiser auteursrechtelijk beschermd is. En daar ging het in dit geval mis.
De rechter vond namelijk dat eiser had moeten onderbouwen waarom de elementen - zoals de foto-slider - auteursrechtelijke bescherming genieten en dus had moeten concretiseren welke elementen van haar website als een auteursrechtelijk beschermd werk moesten worden beschouwd. In auteursrechtelijke termen: per element had zij aannemelijk moeten worden waarom de elementen op de website een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen. En dat was niet gebeurd.
De conclusie van de rechter luidde dat het ontwerp van de website van eiser noch een bepaald element daarvan aan de werktoets uit de Auteurswet voldoet en dus niet auteursrechtelijk is beschermd. Aan een beoordeling van de vraag wie rechthebbende is van het beweerdelijke auteursrecht en de door eiser gestelde inbreuk door gedaagde komt de voorzieningenrechter zodoende niet toe.
De expertise van de ICT-recht advocaten van Delissen Martens
De ‘valkuil’ bij procedures over auteursrechten is dat niet voldoende komt vast te staan dat het object dat wordt gekopieerd een ‘werk’ in de zin van de Auteurswet is. En dat vergt van de advocaat dat hij eerst uitvoerig onderbouwt waarom het object de werktoets uit de auteurswet doorstaat. En dat kan wel eens lastig zijn. De advocaat van de vermeende inbreukmaker zal immers alles uit de kast halen en beargumenteren dat er geen sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk. Bijvoorbeeld omdat het vermeende ‘werk’ niet uniek is en veelvuldig door anderen op vergelijkbare wijze wordt gebruikt.
Als de ‘hobbel’ van de werktoets is genomen, is de advocaat er nog niet. Hij moet vervolgens onderbouwen welke auteursrechtelijke elementen door de vermeende inbreukmaker zijn overgenomen.
Procederen in zaken over auteursrechten is dus niet zo eenvoudig als het soms lijkt. Dat een website op een andere website lijkt, zegt op zichzelf niets. De rechter stelt strenge eisen aan de eisende partij voor wat betreft de stelplicht en bewijslast.
De ICT-recht advocaten van Delissen Martens hebben ruime ervaring in het voeren van procedures over auteursrechten. Neemt u voor vragen over auteursrechtelijke kwesties contact op met Robbert Delissen.
Deze Nieuwsflits is slechts een algemene weergave van het geldende recht. Het kan op geen enkele wijze als advies in uw specifieke situatie dienen.