Turboliquidatie en aansprakelijkheid bestuurder
Turboliquidatie. Er is al veel over geschreven. Bij een dergelijke liquidatie (=beëindiging) van een vennootschap wordt deze uitgeschreven uit het handelsregister zonder dat er een vereffening plaatsvindt. Dat is mogelijk als er op dat moment geen sprake meer is van baten in diezelfde vennootschap. Maar wat als schuldeisers stellen dat de vennootschap schulden heeft in verband waarmee de bestuurder een verwijt treft? Sterker nog, waarvoor hij geacht mag worden persoonlijk aansprakelijk te zijn? Dan blijkt de turboliquidatie geen geschikt middel om zonder kleerscheuren tot beëindiging van de vennootschap te komen. Dat is op te maken uit een recente uitspraak (van 18 mei 2022) van de rechtbank Noord-Holland.
Status geliquideerde vennootschappen
De betreffende bestuurder was met zijn holding bestuurder van 4 vennootschappen. De administratie van deze vennootschappen werd jarenlang uitbesteed aan dezelfde accountant. Omdat een deel van de facturen van de betreffende accountant onbetaald bleef, zond deze herinneringen en sommaties. In de laatste sommatie van 4 januari 2021 werden bij niet-betaling rechtsmaatregelen aangezegd. De facturen bleven echter onbetaald. Op 15 januari 2021 ontbond de bestuurder daarop via turboliquidatie 4 van de 5 vennootschappen en schreef ze per 1 februari 2021 uit. De holding werd een tijd later (15 maart 2021) turbo-geliquideerd en per 22 maart uitgeschreven uit het handelsregister.
Positie schuldeiser
De accountant begint een procedure en stelt daarin dat de bestuurder via turboliquidaties aan zijn betalingsverplichtingen heeft willen ontkomen. Turboliquidatie is daar niet voor bedoeld, aldus de accountant. Bovendien waren er ten tijde van de liquidatie binnen de vennootschappen nog wel baten aanwezig of te verwachten. De bestuurder is op die grond een persoonlijk ernstig verwijt te maken. Daarnaast is hij al enkele jaren in gebreke gebleven met het tijdig deponeren van de jaarstukken op grond waarvan een curator een potentiële claim wegens onbehoorlijke taakvervulling op de bestuurder zou hebben.
De bestuurder ontkent met de turboliquidatie de accountant te hebben willen treffen. Er waren volgens hem geen activiteiten meer in de vennootschappen noch reële verhaalsmogelijkheden.
Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder
De rechtbank Noord-Holland pakt de bestuurder stevig aan. Zij stelt in z’n algemeenheid vast dat hoewel turboliquidatie op zich geen aanleiding vormt voor aansprakelijkheid, de bestuurder de belangen van de schuldeisers wel moet respecteren. Een bestuurder handelt onrechtmatig indien hij na ontbinding de vereffening achterwege laat terwijl er nog wel baten zijn. Het begrip ‘baten’ moet ruim worden uitgelegd, aldus de rechtbank. Het bestaan ervan hoeft bovendien slechts aannemelijk te zijn. Een bestuurder moet afzien van turboliquidatie indien zo’n aannemelijke bate bestaat. De accountant heeft in de procedure duidelijk kunnen maken dat er in 4 van de 5 vennootschappen nog baten zaten terwijl hijzelf nog vorderingen op deze vennootschappen had. De bestuurder valt derhalve een ‘persoonlijk ernstig verwijt’ te maken en liquidatie zonder vereffening was in dit geval onrechtmatig. Omdat de rechtbank onvoldoende in staat is om vast te stellen in hoeverre het handelen van de bestuurder de gevorderde schade heeft veroorzaakt, wordt de zaak naar een aparte schadestaatprocedure verwezen.
Tot slot
Met welke schade deze bestuurder uiteindelijk geconfronteerd gaat worden is nog niet te zeggen. Wel staat vast dat hij, om wat voor reden dan ook, veel te lichtvaardig tot turboliquidatie is overgegaan en daar komt hij niet mee weg.
Er is overigens nieuwe wetgeving op komst die moet voorkomen dat turboliquidatie wordt misbruikt. In een volgend blog zal ik daarover nader berichten.
Wilt u meer informatie over turboliquidatie omdat u hiermee wordt geconfronteerd? Of overweegt u zelf hiertoe over te gaan? Dan kunt u contact opnemen met mij of met een van de andere ondernemingsrechtadvocaten van Delissen Martens.