Surfing=my life
Maximus Atticus was geen voetbal liefhebber. In zijn jeugdjaren trapte hij wel eens een balletje op het veld achter de boerderij van zijn ouders, maar de lol was er snel vanaf gegaan toen bleek dat hij talent had. De druk om toch vooral bij een club te gaan spelen, iedere dag te trainen en - het ergste - in teamverband te spelen hadden voor gezorgd dat Atticus zich in wanhoop had aangemeld bij de schaakvereniging in zijn geboortedorp.
Dat spel paste, zo was inmiddels gebleken, beter bij zijn beroep van advocaat. En het was minder blessuregevoelig.
Helaas noopte het dikke dossier dat Atticus op maandagochtend zat door te ploegen tot enige verdieping in het voetbalspel. Of beter gezegd: in de randverschijnselen ervan. De dag ervoor had Atticus via de radio vernomen dat supporters van de lokale voetbalvereniging een eeuwenoude fontein in een naburige gemeente kort en klein hadden geslagen. De zoon van een cliënt was één van de daders. Of meester Atticus de verdediging op zich wilde nemen, was de vraag.
Zo kwam het dat om tien uur de krap zeventien jaar oude Joey Beuker het kantoor van Atticus betrad. Of eigenlijk: zich naar binnen hees. Want Joey had niet alleen de fontein flink geraakt, maar laatstgenoemde had zich beslist niet onbetuigd gelaten. Hoe het ook zat, de jeugdige hooligan ging overdreven voorzichtig zitten op het zachte pluche van de bank naast Atticus Louis Seize bureau.
Joey dankte beleefd de secretaresse die hem een kop koffie voorzette maar deed er verder het zwijgen toe. Hij was een man van daden, niet van woorden, zo bleek uit de beschuldiging die voorlag.
Het gesprek tussen advocaat en cliënt verliep daarom enigszins stroefjes, totdat Tala Takma haar opwachting maakte. Tala was Atticus vijfentwintig jarige advocaat-stagiaire en mocht gezien worden. Een knappe verschijning met lange zwarte haren, en elegant gekleed in een Tweed mantelpakje maakte zij zichtbaar een verpletterende indruk op de vierkante wildeman tegenover haar. “Dag mevrouw” stotterde die onhandig. Tala keek hem niet aan maar sloeg rustig haar notitieblok open .
Atticus besloot Tala het gesprek verder te laten voeren. Wellicht slaagde zij er in de zwijgzame oester te kraken.
“Dat was wel een bijzonder domme aktie van je Joey. Heb je enig idee wat je dit gaat kosten ?” beet zij de puistige tiener tamelijk venijnig toe. Atticus moest even slikken. Maar Tala’s ruwe aanpak brak subiet het ijs want Joey hield het niet meer droog. Luid snotterend vertelde hij zijn verhaal van A tot Z aan Tala, die niets meer hoefde te vragen maar uitsluitend nog noteerde. Na een dik half uur vond ze het welletjes. “Ga maar naar huis Joey”, sprak ze hem plots moederlijk toe. “Ik laat je nog weten wat we voor je kunnen doen”. Joey knikte, hinkte naar de deur en verdween zonder een woord te zeggen uit beeld.
Atticus had het tafereel met stijgende bewondering bekeken en complimenteerde zijn jonge collega met een opgestoken duim. Een lach verscheen op haar gezicht. “Heb je het T-Shirt gezien dat hij aanhad Maximus”, vroeg ze. Atticus moest toegeven dat hij daar niet op had gelet. “De tekst stond in een heerlijk contrast tot zijn treurige koppie”, grijnsde Tala. “Er stond : SURFING SURFING SURFING ! SURFING = MY LIFE, nou zeker weten dat hij dat echt nog nooit gedaan heeft”.
Atticus barstte in lachten uit. “Ja, ze trekken maar wat uit de kast iedere dag, die lui”. “Hopelijk doet hij op de zitting een blauw pak aan, anders kan hij het wel schudden.”
Tala hield haar hoofd scheef en staarde naar haar aantekeningen op het notitieblok. “Nee”, zei ze langzaam, “laat hij maar komen zoals hij is. Het past prima bij mijn betoog dat hij niet weet wat hij doet”. Atticus ontspande zich en pakte een nieuw dossier. Joey hoefde zich duidelijk geen zorgen te maken.
Download hier deze column in pdf