Medisch tuchtrecht: de verwijtende verklaring tegen een ontkennende verklaring

Het beslissingskader van de tuchtrechter in de situatie dat er geen getuigen of andere aanvullende bewijsmiddelen aanwezig zijn.

Op 10 juni 2024 heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (hierna: “Centraal Tuchtcollege”) aan een huisarts de maatregel van doorhaling van de inschrijving van het BIG-register opgelegd en de huisarts het recht ontzegd om zich opnieuw in het BIG-register te laten inschrijven.

Wat is er gebeurd?

Klaagster heeft een klacht tegen haar voormalig huisarts ingediend vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens meerdere consulten. Ook verwijt klaagster de huisarts dat hij haar tijdens een onvoorwaardelijke schorsing heeft behandeld.

Klaagster was tot begin 2020 patiënt van huisarts. In verband met lage rugpijnen bezocht klaagster de huisarts meerdere keren in de periode 2018-2020. Tijdens deze consulten heeft de huisarts onder andere met zijn buik/onderlichaam tegen het (ontblote) onderlijf van klaagster hebben aangedrukt. Ook zou de huisarts klaagster vaginaal – zonder handschoenen - hebben getoucheerd en met zijn vingers op- en neergaande bewegingen hebben gemaakt. Voorts verwijt klaagster de huisarts dat hij tijdens een schorsingsperiode werkzaamheden zou hebben verricht.

De huisarts heeft de aantijgingen van klaagster bestreden. Hij heeft ontkend dat hij de handelingen bij klaagster heeft uitgevoerd. Dit zou niet uit het medisch dossier volgen. Daarbij heeft de praktijk van de huisarts – als gevolg van een eerdere beroepsfout van de huisarts– sinds september 2017 duidelijke instructies ten aanzien van het verrichten van een inwendig onderzoek door de huisarts. Ook dat de huisarts tijdens zijn schorsingsperiode medische werkzaamheden zou hebben verricht, wordt door hem ontkend. De medische taken zijn gedurende de schorsingsperiode door een collega overgenomen.

Oordeel van het Regionaal Tuchtcollege

Het Regionaal Tuchtcollege stelt vast dat partijen het oneens zijn over wat er tijdens de consulten is gebeurd. Er was geen derde bij de bezoeken aanwezig die één van de lezingen kan bevestigen. Daarnaast kan het college niet vaststellen wanneer de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden nu klaagster zich de exacte data van de onderzoeken niet kan herinneren of heeft kunnen achterhalen. Ook ontbreekt een registratie van een inwendig onderzoek bij klaagster of rapportage van vaginale klachten.

Dit heeft tot gevolg dat niet kan worden vastgesteld welke van beide lezingen het meest aannemelijk is, waardoor het klachtonderdeel niet gegrond wordt verklaard. Dit betekent niet dat aan het woord van klaagster minder geloof wordt gehecht dan aan het woord van de huisarts. Echter, voor het oordeel dat bepaalde gedragingen van een arts hem tuchtrechtelijk kunnen worden verweten, moet eerst worden vastgesteld dat er sprake is van zodanige gedragingen. Dat is in deze zaak niet vast te stellen. Dat betekent dat dit klachtonderdeel over het seksueel grensoverschrijdende gedrag van de huisarts ongegrond zal worden verklaard.

Met betrekking tot het andere klachtonderdeel is het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de huisarts tijdens de schorsing handelingen heeft verricht jegens klaagster. De huisarts heeft verklaard dat de ondertekening van de verwijsbrief een softwareregistratie betreft. Deze verklaring wordt door het Regionaal Tuchtcollege aannemelijk geacht. Ook dit klachtonderdeel wordt niet gegrond verklaard.

Beroep

Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klaagster ongegrond verklaard. Klaagster én de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: “IGJ”) zijn ieder afzonderlijk in beroep gegaan.

De IGJ heeft in beroep twee arresten van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 22 maart 2024 overgelegd. Daaruit blijkt dat de huisarts ook in hoger beroep is veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van huisarts of een ander medisch of paramedisch beroep. Een van die arresten heeft betrekking op het seksueel grensoverschrijdend gedrag van de huisarts dat in deze tuchtzaak aan de orde is. De huisarts heeft tegen beide arresten cassatieberoep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege heeft verder kennisgenomen van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch van 24 april 2024. In deze beslissing heeft het Regionaal Tuchtcollege een klacht van de IGJ tegen de huisarts gegrond verklaard, de inschrijving van de huisarts in het BIG-register doorgehaald, bij wijze van voorlopige voorziening de bevoegdheid van de huisarts om de aan de BIG-inschrijving verbonden bevoegdheid uit te oefenen geschorst en bepaald dat de huisarts geen werkzaamheden mag verrichten in de zorg die zien op verzorging van kwetsbare patiënten. De beroepstermijn tegen deze beslissing liep ten tijde van de beoordeling nog.

Oordeel van het Centraal Tuchtcollege

Het Centraal Tuchtcollege is anders dan het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat aannemelijk is dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag van de huisarts jegens klaagster. Het Centraal Tuchtcollege hecht meer waarde aan de verklaringen van klaagster dan aan de enkele ontkenning door de huisarts.

Uit het arrest van 22 maart 2024 volgt dat zowel de rechtbank als het Gerechtshof de verklaring/aangifte van klaagster als betrouwbaar aanmerkt en deze voor het bewijs heeft gebruikt. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de verklaringen van klaagster volledig, voldoende accuraat en consistent zijn. Deze verklaringen vinden onder meer steun in het medisch dossier. Tijdens een consult op 8 januari 2018 heeft een vaginaal toucher (VT) plaatsgevonden. In het medisch dossier heeft de huisarts van dit consult het volgende genoteerd:

“S    echo: geen aanwijzing voor nierstenen   mictieklachten+afscheiding-coitus        (geen)

O          niet ziek ABD: perist +/n, LM np, WT colon iets gevoelig loges gb kleine

bekken gevoelig    Urine: 3+ ery VT: achterwand gevoelig (post-

operatief), verder gb, zwakke bekkenbodem spieren

P    trimetroprim kuur ”

Het Centraal Tuchtcollege gaat er op grond van het medisch dossier vanuit dat het seksueel grensoverschrijdend handelen waar de klacht over gaat, heeft plaatsgevonden in de periode 2016 -2020, het jaar waarin zij de praktijk verliet. Dat klaagster de gebeurtenissen niet goed in de tijd kan plaatsen, doet geen afbreuk aan de geloofwaardigheid van haar verder gedetailleerde verklaringen.

Direct bij het vertrek bij de huisarts heeft klaagster al tegen de assistenten gezegd dat zij grote vraagtekens had bij de werkwijze van de huisarts en dat dit de reden was voor haar vertrek. De assistenten hebben daarover verklaringen afgelegd die zich in het dossier bevinden. Bij haar nieuwe huisarts heeft klaagster vanaf oktober 2022 vervolgens tweemaal gelijkluidend verklaard over het handelen door de huisarts.

Het Centraal Tuchtcollege heeft kennisgenomen van het feit dat de huisarts door het Gerechtshof te D. is veroordeeld voor vergelijkbare handelingen bij drie andere patiënten en dat volgens het Gerechtshof sprake is van een “modus operandi”, die steun biedt aan de verklaringen van betrokkenen.

Al deze omstandigheden tezamen maakt dat het Centraal Tuchtcollege meer waarde hecht aan de verklaring van klaagster over de seksueel grensoverschrijdende handelingen van de huisarts dan aan de verklaring van de huisarts, die in zijn ontkenning volhardt.

De maatregel

Volgens vaste tuchtrechtspraak zijn de gedragingen die aan de huisarts worden verweten zodanig in strijd met wat van een integere en betrouwbare zorgverlener mag worden verwacht dat in beginsel tenminste een schorsing van de inschrijving van de aangeklaagde in het BIG-register passend en geboden is. Bij de keuze van dat uitgangspunt is maatgevend dat deze voldoende preventieve werking moet hebben om herhaling te voorkomen. Verzachtende omstandigheden kunnen worden meegewogen maar die behoren niet voorop te staan. Daarbij kan de schorsing voorwaardelijk zijn, bijvoorbeeld wanneer de beklaagde zorgverlener heeft getoond zich bewust te zijn van het verkeerde van zijn of haar gedragingen, en bereid is zo nodig een behandeling te ondergaan om herhaling te voorkomen. Een onvoorwaardelijke schorsing kan echter ook onvoldoende zijn, bijvoorbeeld wanneer de betrokken zorgverlener het norm-overschrijdende en schadelijke karakter van zijn of haar gedragingen niet inziet en een reële kans op herhaling aanwezig moet worden geacht. In dat geval is een doorhaling van de inschrijving in het BIG-register passend en geboden.

Het Centraal Tuchtcollege weegt mee dat aan de huisarts in 2020 een onvoorwaardelijke schorsing is opgelegd voor soortgelijk handelen. Het Centraal Tuchtcollege schat de kans op herhaling groot in. Van zelfreflectie of lerend vermogen heeft de huisarts geen blijk gegeven.

De conclusie uit het voorgaande is dan dat er geen andere maatregel resteert dan doorhaling van de inschrijving van de huisarts in het BIG-register.

Conclusie

Aan de hand van deze beslissingen volgt dat het voor een klager zeer lastig is om tuchtklachten te onderbouwen als deze niet uit het medisch dossier volgen en er geen getuigen van het verwijtbare handelen aanwezig waren. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelde dan ook dat de klacht ongegrond was door de tegenstrijdige verklaringen. Echter, mede door de aanvullende informatie van het IGJ, kwam het Centraal Tuchtcollege tot een ander oordeel. De verklaring van klaagster werd ondersteund door eerdere uitspraken van zowel een straf- als tuchtrechter, medisch dossier, verklaringen van de assistenten en verklaringen van klaagster bij haar nieuwe huisarts. Deze aanvullende stukken hebben de doorslag gegeven, waardoor er meer waarde aan de verklaring van klaagster werd gehecht dan de verklaring van de huisarts.  Aan de andere kant is dit ook weer een moment om zorgverleners (nogmaals) op het hart te drukken hoe belangrijk het is om het medisch dossier goed bij te houden, zodat eventuele tuchtrechtelijke klachten kunnen worden weerlegd.

Uitspraak - Overheid.nl | Tuchtrecht

Gepubliceerd op: 15 augustus 2024 in
Vragen?
Neem contact op met Marouschka (M.L.G.) den Ouden
tuchtklacht
Delen: