Is de handelsnaam van uw onderneming (nog) beschermd?

Een handelsnaam moet feitelijk gebruikt worden alvorens de bescherming van het handelsnaamrecht kan worden ingeroepen. De enkele registratie van de handelsnaam in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is in dat kader onvoldoende.

Het voorgaande werd (eens temeer) bevestigd in een recente uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, waarbij de rechtbank zich uitliet over de vraag of het gebruik van de naam “Tandheelkundig Centrum Pijnacker” kan worden verboden (zie Rechtbank Den Haag 26 oktober 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:11280). MGK Dental Clinic (hierna verkort: “MGK”), een samenwerkingsverband van drie vennootschapen die gezamenlijk een tandheelkundig centrum voeren in Pijnacker, vorderde in deze zaak een verbod tot het gebruik van deze handelsnaam.

Rechter: gaat om feitelijk gebruik handelsnaam

De rechtbank wees de vordering van MGK af, omdat de inschrijving van de handelsnaam in het handelsregister van de Kamer van Koophandel naar het oordeel van de rechtbank geen ‘rechtscheppend gebruik’ van een handelsnaam oplevert. Het door MGK gevraagde verbod kan volgens de rechtbank enkel worden opgelegd als de handelsnaam “Tandheelkundig Centrum Pijnacker” ook daadwerkelijk gebruikt wordt als ‘handelsnaam’ in de zin van de Handelsnaamwet. Dat is hier volgens de rechtbank niet het geval, nu enkele registratie niet geldt als ‘gebruik’.

Ook “voorgebruik” kan relevant zijn

Een recht op een handelsnaam kan volgens de rechtbank ook worden verkregen als er voorbereidingshandelingen worden getroffen in aanloop naar de start van de onderneming. Dit betekent dat het gebruik van een handelsnaam vóór de start van de onderneming er toe kan leiden dat de handelsnaam beschermd is onder de Handelsnaamwet. Daarvoor is van belang dat voor het publiek duidelijk is dat de betreffende handelsnaam ter aanprijzing van de onderneming wordt gebruikt of gebruikt gaat worden. De rechtbank oordeelt dat omtrent een dergelijk “voorgebruik” in deze zaak niets gesteld of gebleken is en dat MGK daardoor geen belang heeft bij haar vordering.   

Conclusie

De uitspraak van de rechtbank past in de lijn van de rechtspraak waaruit volgt dat een handelsnaam feitelijk gedreven moet worden voordat handelsnaamrechtelijke bescherming kan worden ingeroepen. Als de handelsnaam van een onderneming geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel maar feitelijk niet (meer) wordt gebruikt, dan kan de rechter geen verbod opleggen aan de gebruiker van een overeenstemmende of vergelijkbare handelsnaam. Kortom: leg uw handelsnamen na registratie bij de Kamer van Koophandel niet ter zijde, maar gebruik deze actief – en in een zo vroeg mogelijk stadium - ter aanprijzing van uw onderneming om te verhinderen dat deze in het vrije verkeer terecht komen.

Vragen?

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen of heeft u juridisch advies nodig? Neemt u dan contact op met  Melvin van Tiel. Of kijk op de pagina van onze sectie Intellectueel eigendomsrecht. Zij staan u graag te woord. 

Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in de andere blogs in deze blogserie over handelsnamen? Zie:

Familienaam als handelsnaam: verstandig? | Delissen Martens

Samenloop handelsnamen: merkregistratie verstandig? | Delissen Martens

Gepubliceerd op: 9 januari 2023 in Intellectueel Eigendomsrecht
Vragen?
Neem contact op met Melvin (M.) van Tiel
bescherming handelsnaam
Delen: