Belangrijke uitspraak Hoge Raad: De klachtplicht is van toepassing op loonvorderingen
Op 20 september 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan: de klachtplicht is ook van toepassing op loonvorderingen. Dit betekent dat een werknemer, die claimt te weinig loon te hebben ontvangen, tijdig moet klagen. Doet hij dit niet, dan kan zijn loonvordering worden afgewezen.
De klachtplicht in het kort
Artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een schuldeiser - in dit geval de werknemer - geen beroep meer kan doen op een gebrek in de prestatie (zoals het niet betalen van loon) als hij niet tijdig heeft geklaagd. Een werkgever moet erop kunnen vertrouwen dat een werknemer snel actie onderneemt, wanneer hij ontdekt dat hij te weinig betaald krijgt. De reden achter deze klachtplicht is dat late klachten moeilijk te betwisten zijn voor de werkgever.
De casus
In de uitspraak van de Hoge Raad ging het om een werknemer in een café, die structureel na sluitingstijd doorwerkte zonder dat deze uren werden uitbetaald. De werknemer was tussen 2011 en juni 2018 in dienst en ontving regelmatig loonstroken waarop overwerk werd vermeld, maar niet al het overwerk werd geregistreerd. Pas op 19 november 2018, vijf maanden na het einde van zijn dienstverband, diende de werknemer een klacht in over de onbetaalde overwerkuren.
Het Gerechtshof oordeelde dat de werknemer te laat had geklaagd, omdat hij via de loonstroken tijdig had kunnen controleren of al zijn overwerkuren waren betaald. De werknemer had veel eerder aan de bel moeten trekken.
Wat besliste de Hoge Raad?
De Hoge Raad bevestigde dat de klachtplicht van artikel 6:89 BW ook geldt voor loonvorderingen. Tot nu toe was de lagere rechtspraak daarover verdeeld. Volgens de Hoge Raad is artikel 6:89 BW in beginsel van toepassing op alle verbintenissen, waaronder ook loonvorderingen voortvloeiend uit een arbeidsovereenkomst. Het niet (volledig) betalen van loon wordt beschouwd als een gebrek in de prestatie. De werknemer moet daarom binnen een redelijke termijn nadat hij ontdekt dat er te weinig loon is betaald, klagen bij de werkgever. Doet hij dit niet, dan kan zijn vordering verloren gaan.
Bij de toets of de werknemer aan de klachtplicht heeft voldaan zijn de aard en inhoud van de rechtsverhouding en de aard en inhoud van de prestatie omstandigheden die van belang kunnen zijn.
De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof Den Haag. Dit Gerechtshof zal nu met dit principiële oordeel van de Hoge Raad moeten bepalen of de werknemer in kwestie voldaan had aan de klachtplicht of niet.
Gevolgen voor de praktijk
In loonvorderingskwesties zal voortaan steeds getoetst moeten worden of voldaan is aan de klachtplicht door de werknemer. De komende jaren zullen we zien hoe de rechtspraak omgaat met de klachtplicht bij loonvorderingen. Voor werkgevers is het verstandig om de ontwikkelingen in de gaten te houden en waar nodig juridisch advies in te winnen.
Vragen?
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Merienke Zwaan via zwaan@delissenmartens.nl of 070-3115411.