Coronavirus: gevolgen voor abonnementhouders en leden van sportscholen- en verenigingen
UPDATE 15 mei 2020: Op 6 mei heeft het kabinet de maatregelen rond de bestrijding van het coronavirus verder versoepeld. Voor sport houdt dat in dat per 11 mei iedereen weer buiten mag sporten, mits er 1,5 meter afstand van elkaar kan worden gehouden. Dit betekent dat sportverenigingen, die aan deze 1,5 meter afstand kunnen voldoen, weer open zijn. Het is alleen mogelijk om te trainen, eventuele wedstrijden kunnen nog niet plaatsvinden. De verwachting is dat sportscholen pas vanaf 1 september weer open mogen. Ook zullen vanaf deze datum weer sportwedstrijden kunnen plaatsvinden.
Het coronavirus en de daarmee samenhangende door het kabinet genomen maatregelen om verspreiding van het virus tegen te gaan, hebben een enorme impact op de samenleving. Zo moeten sportscholen en -verenigingen (vooralsnog) tot en met 28 april 2020 hun deuren sluiten. Wat betekent dit voor abonnementhouders van sportscholen en leden van sportverenigingen? Hebben zij recht op restitutie van abonnementsgelden en contributie?
Gevolgen coronavirus voor sportscholen en sportverenigingen: Tekortkoming in de nakoming
In beginsel geldt dat de inhoud van een overeenkomst wordt bepaald door hetgeen partijen met elkaar afspreken. Ook de wet en de redelijkheid en billijkheid hebben invloed op de inhoud van de overeenkomst. Uit een overeenkomst vloeien rechten en verplichtingen voort die partijen moeten nakomen. Indien een verplichting niet, onvolledig of onjuist wordt nagekomen, is sprake van een tekortkoming in de nakoming. De maatregelen als gevolg van het coronavirus zorgen ervoor dat sportscholen en -verenigingen niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Op basis van de met een abonnementhouder/lid gesloten overeenkomst hebben zij zich verplicht toegang te verlenen tot hun sportfaciliteiten, maar dat is niet mogelijk door de genoemde maatregelen. Dit leidt tot een tekortkoming in de nakoming.
Is coronavirus overmachtssituatie?
De tekortkoming in de nakoming, kan op grond van de wet niet aan de sportscholen en -verenigingen worden toegerekend. De uitzonderlijke situatie waarin we ons bevinden, kwalificeert namelijk hoogstwaarschijnlijk als een overmachtssituatie. De wet bepaalt in artikel 6:75 BW dat 'een tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, indien zij niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt'.
Alhoewel nog niet vaststaat dat het coronavirus als overmachtssituatie kwalificeert – de rechter heeft nog geen uitspraak gedaan over deze vraag – biedt een blik over de grens hier wel aanknopingspunten voor. Zo is het coronavirus in China en Frankrijk reeds als overmacht aangemerkt. Het is waarschijnlijk dat het wettelijk verbod op toegang tot sportfaciliteiten, waardoor sportscholen en -verenigingen worden geraakt en hun verplichtingen uit de overeenkomst niet kunnen nakomen, niet aan hen kan worden toegerekend.
In het geval sprake is van overmacht, kan geen aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding. Artikel 6:74 BW bepaalt immers dat schadevergoeding alleen kan worden toegewezen indien de tekortkoming aan de schuldenaar kan worden toegerekend.
Beëindiging of wijziging van de overeenkomst tijdens coronavirus?
De wet biedt abonnementhouders van sportscholen twee andere mogelijkheden: ontbinding van de overeenkomst wegens tekortkoming en wijziging of ontbinding op grond van onvoorziene omstandigheden.
Ontbinding wegens tekortkoming
Ontbinding van de overeenkomst is een mogelijkheid om een overeenkomst te beëindigen indien de wederpartij tekortschiet in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Aangezien voor een geslaagd beroep op ontbinding niet vereist is dat de tekortkoming toerekenbaar is, is ontbinding ook mogelijk in geval van overmacht. De ontbinding kan zonder ingebrekestelling geschieden, aangezien nakoming van de overeenkomst in dit geval tijdelijk onmogelijk is.
Voor abonnementhouders van sportscholen kan het gedeeltelijk ontbinden van de overeenkomst een oplossing bieden. Dit betekent een evenredige vermindering van de wederzijdse prestaties in hoeveelheid of hoedanigheid. Op deze manier blijft de overeenkomst wel bestaan, maar worden beide partijen tijdelijk van hun verplichtingen ontslagen. Een schriftelijke mededeling dat de overeenkomst gedeeltelijk wordt ontbonden is voldoende. De ontbinding doet ongedaanmakingsverbintenissen ontstaan, waardoor een reeds betaald abonnementsgeld dient te worden terugbetaald.
Onvoorziene omstandigheden
Een overeenkomst kan ook (gedeeltelijk) worden ontbonden of gewijzigd op grond van onvoorziene omstandigheden. Van dergelijke omstandigheden is sprake indien naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag worden verwacht. Het betreft omstandigheden die op het moment van sluiten van de overeenkomst nog in de toekomst lagen. Ook op dit punt is nog geen rechtspraak gewezen. Echter, het ligt voor de hand dat abonnementhouders, alsook de sportscholen zelf, bij het tot stand komen van de overeenkomst niet hebben voorzien in een omstandigheid zoals het coronavirus. Naar alle waarschijnlijk zal het coronavirus (met al zijn gevolgen) als onvoorziene omstandigheid worden aangemerkt.
Mogelijkheden voor leden van sportverenigingen
Voor leden van sportverenigingen gelden specifieke regels. Op grond van artikel 2:36 BW kan een lidmaatschap in principe slechts worden opgezegd tegen het einde van een boekjaar en met een inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken, tenzij de statuten anders bepalen. De gedachte hierachter is dat de continuïteit van verenigingen in gevaar komt als leden zomaar per direct kunnen opzeggen. Een lidmaatschap kan, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden om het lidmaatschap te laten voortduren, wel onmiddellijk worden opgezegd. Ook in het geval dat leden van sportverenigingen hun lidmaatschap onmiddellijk mogen opzeggen, moeten zij alsnog voor het gehele boekjaar de contributie betalen.
Schadevergoeding, ontbinden of wijzigen vanwege coronavirus?
Het vorderen van schadevergoeding is voor zowel abonnementshouders van sportscholen als leden van sportverenigingen geen mogelijkheid. Abonnementshouders van sportscholen kunnen de overeenkomst wel (gedeeltelijk) ontbinden of wijzigen. Het is raadzaam om eerst na te gaan wat in de overeenkomst en de algemene voorwaarden ten aanzien van het voorgaande is opgenomen. Hierin kan immers – tot op zekere hoogte – zijn afgeweken van de wettelijke bepalingen. Los hiervan is het vraag of u het de hard geraakte sector aan moet doen om aanspraak te maken op restitutie van abonnementsgelden. Bovendien bieden sommige sportscholen al compensatie, in de vorm van een tegoed. Voor leden van sportverenigingen is het waarschijnlijk niet mogelijk om onmiddellijk op te zeggen, tenzij dit in de statuten anders is geregeld. Leden zullen hun contributie voor dit gehele boekjaar moeten betalen om de continuïteit van de sportvereniging te waarborgen.