Internationaal huwelijk: toepasselijk recht huwelijksvermogensregime
Internationaal huwelijk
Het begint bij het begin. De ware is ontmoet en het is tijd voor een vervolgstap: samenwonen of trouwen? Vooraf bespreken toekomstige echtgenoten natuurlijk de wijze waarop zij willen trouwen en vooral ook waar de huwelijksvoltrekking plaatsvindt. Wordt het een grote bruiloft met alle vrienden en familie in Nederland of toch wat intiemer in een dorpje in Zuid-Italië?
Ontbreken huwelijkse voorwaarden
Een ondergeschoven kindje zijn de besprekingen ten aanzien van het huwelijksvermogensregime, waardoor toekomstige echtgenoten die in Nederland trouwen en blijven wonen automatisch gehuwd zijn in een beperkte gemeenschap van goederen ten gevolge van het huidige geldende recht.
Indien geen huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt, ontbreken ook afspraken over het recht dat de echtgenoten van toepassing verklaren op hun huwelijksvermogensregime (rechtskeuze) en de aangewezen rechter die over geschillen mag beslissen (forumkeuze). Dit betekent dat de bevoegdheid van de rechter en het toepasselijke recht aan de hand van nationale wetgeving, verordeningen en verdragen bepaald dient te worden.
Gevolgen van ontbreken van huwelijkse voorwaarden
Voor de echtparen die de rest van hun leven in Nederland blijven wonen, is het vrij eenvoudig. Zij vallen onder het Nederlandse huwelijksvermogensrecht en kunnen in geval van een ophanden zijnde scheiding terecht bij de Nederlandse rechter. Dit geldt ook voor die echtparen die slechts in het buitenland gehuwd zijn, maar in Nederland woonachtig zijn. Voor hen is alleen van belang dat het huwelijk wordt ingeschreven in Nederland.
Hoe zit het dan met die echtgenoten die de wereld over trekken? Kunnen zij nog voor hun scheiding terecht bij de Nederlandse rechter? En misschien nog wel belangrijker, welk recht is op hen van toepassing?
Hieronder wordt ingegaan op deze laatste vraag. Voor deze echtparen is het vaak een stuk ingewikkelder, simpelweg omdat sprake is van een internationaal huwelijk. Het kan zelfs zo zijn dat op één huwelijksvermogensregime het recht van verschillende landen van toepassing is.
Welk recht is van toepassing op een internationaal huwelijk?
Er bestaan veel misverstanden over het toepasselijk recht. Zo denken veel echtparen dat de plaats van de huwelijksvoltrekking hiervoor bepalend is. Voor een Spaans/Duits echtpaar dat gehuwd is in Madrid, maar zich daarna vestigt in Duitsland, betekent het niet per definitie dat het Spaanse recht van toepassing is. Ook gaat men ervan uit dat de nationaliteit van partijen bepalend is. Gedacht wordt dat op een huwelijk van een Nederlands echtpaar woonachtig in Dubai toch wel het Nederlandse recht van toepassing zou moeten zijn. Hier kan echter niet zomaar vanuit worden gegaan. Om er achter te komen welk recht van toepassing is, moet in de eerste plaats gekeken worden of het Huwelijksvermogensverdrag of de Huwelijksvermogensrecht Verordening van toepassing is. Dit kan simpelweg bepaald worden door te kijken naar het tijdstip waarop het huwelijk is voltrokken.
Het verdrag is van toepassing op het huwelijk dat gesloten is na 1 september 1992 en voor 29 januari 2019. De verordening geldt voor hen die gehuwd zijn na 29 januari 2019 of die na deze datum huwelijkse voorwaarden hebben getroffen.
Huwelijken gesloten na 1 september 1992 en voor 29 januari 2019
Op bovenstaande internationale huwelijken is het Huwelijksvermogensverdrag 1978 van toepassing. Dit verdrag wordt toegepast door de Nederlandse rechter, ongeacht of het aangewezen toepasselijk recht het recht is van een in het verdrag deelnemende staat. Het verdrag bevat een ingewikkelde bepaling voor het toepasselijk recht. Relatief eenvoudig is het nog als de echtgenoten niet dezelfde nationaliteit hebben. In dat geval geldt namelijk de hoofdregel dat het recht van de eerste huwelijksdomicilie bepalend is. Met andere woorden: het recht van het land waar de echtgenoten gaan wonen binnen zes maanden na het huwelijk is van toepassing. Voor het Spaans/Duitse echtpaar dat gehuwd is in Madrid betekent dit het volgende. Verhuizen zij binnen zes maanden na het huwelijk naar Duitsland om zich aldaar te vestigen, dan is het Duitse recht van toepassing. Wonen zij echter eerst een jaar in Madrid en verhuizen zij daarna naar Duitsland, dan geldt dat Spanje de eerste huwelijksdomicilie van de echtgenoten is en dat Spaans recht van toepassing is.
Hebben de echtgenoten wel dezelfde nationaliteit, dan geldt voor die echtparen uit Nederland de hoofdregel dat het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing is. Voor twee Nederlanders die gehuwd zijn en in Duitsland wonen, geldt aldus in principe dat het Nederlandse recht van toepassing is. Dit kan echter weer anders worden indien de Nederlanders langer dan tien jaar in Duitsland blijven wonen. Vanaf dat moment geldt het Duitse recht.
Nationaliteit of woonplaatsland?
Let op: niet in alle gevallen waarin echtgenoten dezelfde nationaliteit hebben kan aansluiting worden gezocht bij het recht van deze nationaliteit. Dit verschilt namelijk per land en dus per nationaliteit! Hierbij komen de begrippen “nationaliteitsland” en “woonplaatsland” om de hoek kijken. Nederland is een nationaliteitsland, waardoor op Nederlandse echtparen die in het buitenland wonen het Nederlandse recht van toepassing is. Frankrijk is bijvoorbeeld een woonplaatsland waardoor voor echtparen met de Franse nationaliteit geen aansluiting kan worden gezocht bij het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit. Woonplaatslanden hanteren namelijk de regeling dat aansluiting moet worden gezocht bij het recht van de eerste huwelijksdomicilie. Op het Franse echtpaar dat na de huwelijkssluiting in Nederland gaat wonen, is dus in beginsel het Nederlandse recht van toepassing.
Huwelijk gesloten na 29 januari 2019
Gelukkig kan de ingewikkelde regeling van het huwelijksvermogensverdrag achterwege blijven voor de nieuw gesloten huwelijken van op of na 29 januari 2019. Hierop is de Huwelijksvermogensrecht Verordening van toepassing ((EU) 2016/1103).
Hoofdregel: recht van eerste huwelijksdomicilie
Hoofdregel van de verordening is dat het recht van de eerste huwelijkswoonplaats van toepassing is. Ondanks dat beide echtelieden de Nederlandse nationaliteit hebben, is dus niet het Nederlandse recht van toepassing indien zij kort na de huwelijksvoltrekking in het buitenland gaan wonen.
Bij het ontbreken van een gezamenlijke verblijfplaats na de huwelijksvoltrekking geldt dat aansluiting kan worden gezocht bij de gemeenschappelijke nationaliteit. Stel bijvoorbeeld dat twee Nederlanders met elkaar trouwen, maar na het huwelijk eerst nog beiden een jaar voor een internationale organisatie in verschillende landen werken. In dat geval is er geen eerste huwelijksdomicilie en is het Nederlandse recht van toepassing op het huwelijksvermogensregime. Dit geldt alleen wanneer de gemeenschappelijke nationaliteit er al is op het moment van de huwelijkssluiting.
Ontbreekt de gemeenschappelijke nationaliteit, dan kan gekeken worden met welk land de echtgenoten de nauwste verbinding hebben. Dit kan worden vastgesteld aan de hand van verschillende omstandigheden. Een belangrijke factor is de plaats van de huwelijkssluiting.
Conclusie
Voor die echtgenoten die geen huwelijkse voorwaarden maken en dus geen rechtskeuze hebben uitgebracht, kan het antwoord op de vraag naar het toepasselijke recht nog een flinke puzzel zijn. Neem daarom altijd contact op met een gespecialiseerde familierechtadvocaat die daarover nader kan adviseren.
Vragen of meer informatie?
Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen of heeft u juridisch advies nodig? Neemt u dan contact op met Sandra Verburgt, sectie Internationaal Familierecht. Zij staan u graag te woord.
Cijfers cbs: https://longreads.cbs.nl/nederland-in-cijfers-2020/waar-emigreren-we-heen/